Sla navigatie over en ga naar de inhoud
Hugo Kaagman, street art in STRAAT
history

Is street art binnen nog wel street art?

Graffiti en street art ontstonden als illegale en ondergrondse vormen van expressie op straat - iets dat we ook hebben besproken in ons vorige artikel. Toch duurde het niet lang voordat de traditionele kunstwereld ze opnam in haar galerieën en musea. Maar is street art nog wel street art als het op doek verschijnt? Is street art van nature niet bedoeld om langzaam te vervagen in het stedelijke landschap? Gaat de rebelse aard die zo essentieel is voor deze kunstvorm niet verloren zodra het institutionele pad wordt bewandeld? 


Kunstinstituten verzamelen en promoten graffiti en street art nu al bijna vijftig jaar, maar deze vragen zijn vandaag de dag nog net zo actueel als in de jaren ‘70 en ‘80. Wat betekent de institutionalisering van street art voor deze kunstvorm? En wat zijn de gevolgen voor de kunstenaars? Deze vragen worden behandeld in onze openingstentoonstelling Citaat van de straat. 


Dit artikel onderzoekt de monumentale transitie van stenen muren naar witte doeken, en de verschillende perspectieven hierop. Het is bedoeld om meer diepte te geven aan onze openingstentoonstelling en deze actuele discussie. In feite nodigen we je uit om mee te denken over een van de meest besproken vraagstukken rondom street art anno nu: is street art binnen tentoongesteld nog wel street art?


Institutionele absorptie


Hoewel graffiti en street art ontstonden in de late jaren ‘60 en vroege jaren ‘70, duurde het niet lang voordat deze kunstvormen werden opgenomen in de geïnstitutionaliseerde kunstwereld. Dit gebeurde dankzij de inspanningen van een aantal vooruitstrevende kunstenaars, kunsthandelaren en verzamelaars. De eerste galerietentoonstelling met graffiti vond plaats in september 1973 in de Razor Gallery in SoHo, New York. De tentoonstelling toonde werk van het collectief United Graffiti Artists - met als originele leden onder anderen Hugo Martinez, PHASE 2, Mike 171 en SJK 171. Daarna ontwikkelde deze ondergrondse scene zich ongeveer een half decennium in een eigen cocon. Vervolgens, in oktober 1980, organiseerde Fashion Moda in de South Bronx een van de eerste en meest invloedrijke tentoonstellingen met zowel graffiti als street art, inclusief werk van onder anderen Basquiat, Futura 2000 en Kenny Scharf.

Is street binnen nog wel street art, Fashion Moda, John Fekner
Fashion Moda, 1981 
Foto: (c) John Fekner


De eerste Europese galerie die graffitikunst tentoonstelde was Galleria La Medusa in Rome in december 1979. Deze tentoonstelling vond plaats nadat de Italiaanse kunsthandelaar Claudio Bruni ‘graffiti per vierkante voet’ van graffitiveteraan Lee Quiñones en hiphopicoon Fab 5 Freddy kocht. In datzelfde jaar markeerde de oprichting van Gallerie Anus door de Amsterdamse pioniers Diana Ozon en Hugo Kaagman de geboorte van de eerste (punk) graffiti-galerie in de Nederlandse hoofdstad. Een paar jaar later, eind 1982, werd werk van graffitikunstenaars als Seen, Blade, Futura 2000 en Dondi tentoongesteld in de Yaki Kornblit galerie. Als eerste introductie van Amerikaanse graffiti in Amsterdam was deze show een ware mijlpaal. De introductie van de Amerikaanse esthetiek inspireerde vele Nederlandse schrijvers om ‘New York stylewriting’ te gaan beoefenen [1].


Waar kwam deze institutionele interesse in graffiti en street art vandaan? Dit was een gevolg van de groei van de kunstvormen zelf. De kunstenaars bleven hun werk verfijnen en experimenteerden met schilderen, beeldhouwkunst, muziek, mode en film [2]. Toen kunstinstituten deze nieuwe esthetiek van de straat begonnen te waarderen, gingen gerenommeerde musea en ervaren verzamelaars zich meer en meer openstellen voor deze stedelijke vormen van expressie. 


De institutionalisering van graffiti en street art was in de jaren ‘70 en de vroege jaren ‘80 beperkt tot enkele kunstvisionairs. Tegenwoordig is het dagelijkse kost dat er kunstwerken van (voormalig) graffiti en street artists in internationale veilinghuizen worden verkocht voor tientallen miljoenen. De bewegingen zijn ontegenzeggelijk verhuisd van de randgebieden naar een centralere positie binnen de kunstwereld [3].


Ondanks deze erkenning van de kunstwereld, konden graffiti en street artists in vergelijking met andere kunstenaars een grotere onafhankelijkheid behouden ten opzichte van de culturele autoriteiten. De ®doe-het-zelf-mentaliteit’ van graffiti en street art, in combinatie met het bereik via internet en social media, stelt de kunstenaars in staat hun werk te promoten en verkopen zonder de hulp van galeristen, kopers en andere traditionele tussenpersonen uit de kunstwereld [4].


Polemische verschuiving


Vanaf het allereerste uur gaat de aanwezigheid van graffiti en street art in kunstinstituten gepaard met vurige discussies. Het betreft een kunstvorm die illegaal tot stand kwam in de publieke ruimte, geworteld in het promoten van geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid. Volgens velen gaat de institutionalisering van street art enorm ten koste van de relevantie. Binnen zijn de kunstwerken niet langer illegaal, en daarbij ontberen ze de tijdsdruk en adrenaline die onderdeel zijn van het vrij creëren op straat.


De verschillen die horen bij deze verschuiving gaan nog verder. Kunstenaars hebben, in vergelijking met buiten, tijdens het painten voor instituten toegang tot een grotere hoeveelheid hulpstukken, waaronder ladders en steigers. Dit stelt ze in staat om de menselijke schaal die ze buiten beperkt te overstijgen. Bovendien wordt street art in een galerie of museum een geïsoleerd werk. Het is niet langer onderdeel van de optelsom van een stedelijke omgeving en andere mogelijke werken die ze voorgaan of omgeven [5]. Tot slot laat een canvas zich gemakkelijk van de ene naar de andere plek verplaatsen; iets dat onmogelijk is - of op z’n minst bijzonder ingewikkeld - voor een stenen of betonnen muur. 


Gezien al deze veranderingen is het geen verrassing dat vele kunstenaars en experts van mening zijn dat street art alleen kan bestaan in stedelijke scenario’s; daar waar de politieke en verrassende kracht om discussies op gang te brengen het grootst is. Zij vinden dat de waarde van street art vrijwel exclusief wordt afgeleid van de sociale waarde op straat. Musea, galerieĂ«n en biĂ«nnales zijn slechts onderbrekingen; ze verstoren niet alleen de boodschappen, maar ook de creatieve vrijheid waarin graffiti en street worden gemaakt [6].

Is street binnen nog wel street art, Blu, Berlijn
Mural van Blu in Berlijn
Foto: Angela Serena Gilmour


Er is uiteraard een ander kamp in deze discussie, dat stelt dat er geen verschil is tussen street art binnen of buiten. Deze gedachte is gebaseerd op het idee dat street art, ongeacht of het wordt bekeken op straat, in de studio, galerie, museum of online, zich altijd laat inspireren door de straat. Met andere woorden, een dialoog aangaan met de stad is DE ultieme eigenschap van street art, ongeacht waar het is gemaakt of wordt tentoongesteld. Volgens deze denkwijze zijn stadsmuren slechts een plek om te experimenteren; wat op straat wordt ontdekt wordt verwerkt in de studio en vice versa [7]. Ook op canvas spreekt street art nog steeds een breed publiek aan en behoudt het zijn onderliggende rebellie. De inhoud blijft ook hetzelfde en de vorm verandert zelden. Street art overstijgt elk oppervlak of locatie. Elke street artist die (ooit) actief is (geweest) op straat is nog steeds een street artist, ook als hij/zij werk op doek creëert [8].


Terwijl dit debat wordt gevoerd, is er inmiddels een middenweg ontstaan. Een aantal geleerden, biĂ«nnales en (street art) instituten plaatsen graffiti en street art in de hedendaagse kunst, of in nieuwe subgenres als ‘urban contemporary art’, ‘nieuwe hedendaagse kunst’, ‘intermural art’ en ‘street wave art’ [9] [10] [11].


De straten citeren


Deze verscheidenheid aan meningen over wat graffiti en street art wel of niet definieert zal waarschijnlijk voorlopig niet verdwijnen. Deze kunstvormen evolueren immers dagelijks aan de hand van talloze kunstenaars over de gehele wereld. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat we het ooit unaniem eens worden over een ultieme definitie. STRAAT is van mening dat dit debat omarmd moet worden als onderdeel van de schoonheid van de kunstvorm. Of zoals professor Edwige Fusaro stelt: 


“Als grenzen verleggen en overschrijden in het DNA van graffiti en street art zit, dan geldt dat ook voor de kaders en frames: graffiti en street hebben deze nodig om ze te kunnen schenden” [12].

    

Het is met zoveel veranderingen onmogelijk voor elk werk uit de graffiti of street art om binnen zijn originele betekenis en waarde van buiten volledig te behouden. In STRAAT lijkt de ooit verlaten structuur bijna op maat gemaakt om een museum voor graffiti en street art te huisvesten. De enorme grootte en hoogte van het museum verandert vrijwel niks aan het formaat waarop het werk anders op straat zou verschijnen. Toch blijft het de vraag of zelfs de kleinste afwijkingen van de straat genoeg zijn om graffiti en street art binnen te contextualiseren. 


Om beter te begrijpen hoe een omgeving het werk van graffiti en street artists verandert, doken we in onze eigen collectie. Deze collectie, met bijna 250 kunstwerken die specifiek voor STRAAT zijn gemaakt - van schilderwerken tot beeldhouwwerken tot locatiespecifieke installaties - is bijzonder geschikt voor zo’n onderzoek. Als onderdeel van ons onderzoek zijn we uitgebreid met de kunstenaars zelf in gesprek gegaan. Door gebruik te maken van hun eigen woorden, ontdekten we specifieke patronen die veel zeggen over de wortels van de beweging. Zo ontdekten we bijvoorbeeld dat binnen werken vrijwel geen invloed heeft op de inspiratiebronnen van de kunstenaars; met of zonder een dak boven hun hoofd, deze blijven hetzelfde. Ook artistieke stijlen, die kunstenaars zich eigen hebben gemaakt dankzij jaren van oefening en toewijding, veranderen amper als er van oppervlak wordt veranderd (van steen naar canvas). Binnen werken is ook vrijwel niet van invloed op de concepten die het werk aansturen; street artists hebben zich immers altijd al laten inspireren door een intrinsieke motivatie die geen grenzen herkent.

Is street binnen nog wel street art, STRAAT, Citaat van de straat
Onze openingstentoonstelling Citaat van de straat
Foto: Roderik van Nispen


Op basis van de bevindingen uit ons onderzoek hebben we de STRAAT-collectie opgedeeld in vijf kernverhalen die graffiti en street artists wereldwijd delen: Esthetisch, Persoonlijk, Verbonden, Empatisch en Bewust. Met Esthetisch onderzoeken we de zoektocht van street art naar de perfecte vormen. Met Persoonlijk beschouwen we street art als een reflectie van het innerlijke universum van de kunstenaar. In Verbonden onthullen we de connectie tussen street art en zijn omgeving. Met Empatisch focussen we op hoe street art met zijn publiek communiceert. En Bewust demonstreert de kracht van street art om bewustzijn te creëren rondom sociale en milieutechnische vraagstukken. Gezamenlijk geven deze vijf verhalen vorm aan de openingstentoonstelling Citaat van de straat, met 153 kunstwerken van 140 kunstenaars uit 32 landen. Al deze werken en de bijbehorende verhalen vind je in onze collectie database. 


Onze tentoonstelling, geopend in oktober 2020 (en tijdelijk gesloten vanwege van Corona), is ingericht als een stad met eigen straten, pleinen en kruispunten. Hierbij worden liefhebbers van street art uitgenodigd om geheel op te gaan in de werken, en de diepere lagen te onderzoeken die op straat niet verteld worden. We hopen dat je je aan de hand van een bezoek aan onze eerste tentoonstelling gestimuleerd voelt een bijdrage te leveren aan deze aanhoudende discussie. Is street art binnen nog street art? Nodigt street art, eenmaal verplaatst uit zijn context, uit tot een andere interpretatie dan op straat? En zijn frames uit de kunstwereld ĂŒberhaupt van toepassing op een wereldwijde kunstbeweging die er altijd prat op is gegaan frames te trotseren? Uiteindelijk is dat iets dat je zelf moet bepalen...


---


Artikel: Giovanna Di Giacomo

Thumbnail- en bannerfoto: werk van Hugo Kaagman

Vertaling: Alex Pope


---


Referenties

[1] Pope, A. (2011). De ‘verkunsting’ van graffiti: van de metro naar het museum. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
[2] Shapiro, R. & Heinich, N. (2013). When is there Artification? Contemporary Aesthetics. Special Volume 4, online.
[3] Di Giacomo, G. (2017). The legitimation of street art in Amsterdam. Rotterdam: Erasmus Universiteit.
[4] Courier (2014). Street art and its transformation from subculture to the mass. Via: http://www.courierpaper.com/cover-story/street-art-business/
[5] Abarca, J. (2016). From street art to murals: what have we lost? Lissabon: SAUC - Journal V2 - N2
[6] Costa, L. P. (2007). Grafite e pichação: institucionalização e transgressão na cena contemporùnea. Campinas: UNICAMP.
[7] Irvine, M. (2012). The Work on the Street: Street Art and Visual Culture. Londen & New York: Berg: 235-278.
[8] Snelders, E. (2012). Hedendaagse Nederlandse Street Art en de kunstwereld. Utrecht: Universiteit Utrecht.
[9] Martinique, E. (2017). New Contemporary Artwork by Thinkspace Gallery Returns to The Fort Wayne Museum of Art. Via: https://www.widewalls.ch/contemporary-artwork-thinkspace-gallery/ 
[10] Artmosphere (2018). Via: http://2018.artmossphere.com
[11] Anapur, E. (2017). Attempting to Define Intermural Art. Via: https://www.widewalls.ch/magazine/intermural-art
[12] Fusaro, E. (2019). Framing Graffiti & Street Art: Proceedings of Nice Street Art Project International Conferences, 2017 – 2018, notities, Urban Creativity Conference Lisboa 2019, 6 Juli 2019.
Tickets Tickets