STRAAT zet met gepaste trots het werk van onze voorgangers voort wat betreft het tentoonstellen van graffiti en street art als galerie- en museumwaardige kunstvorm. In onze serie artikelen getiteld STRAAT pays homage staan we dan ook stil bij tentoonstellingen uit het verleden die aan de basis staan van wat wij vandaag de dag doen. Wie zijn geschiedenis immers niet kent, begrijpt heden noch toekomst...
United Graffiti Artists in de Razor Gallery, New York City, 1973
1973. De allereerste galerietentoonstelling van graffitikunst. Over aan de basis staan gesproken…
Â
In de vroege jaren ‘70 maakten graffitischrijvers de overstap van alleen tags - de snelle handtekening van de schrijver - naar ook ‘pieces’, de grotere, meer gestileerde, tijdrovende graffitiwerken. Het painten van een groter oppervlak gaf graffitischrijvers meer creatieve mogelijkheden om zich van de concurrentie te onderscheiden. Het hebben van een fraaie en originele stijl werd belangrijker. Kwantiteit was nog steeds een factor, maar kwaliteit werd steeds gewichtiger. Het duurde niet lang voordat mensen van buiten de subcultuur de artistieke potentie van de beweging gingen herkennen.
Zo begon de New Yorkse student Hugo Martinez in 1972 aan een sociologische missie om de beste graffitischrijvers in de stad op te sporen. Hij verenigde kunstenaars als Coco 144, Phase 2, SJK 171 en vele andere onder de noemer United Graffiti Artists (UGA). Hij inspireerde deze ‘subway writers’ om graffitikunst op canvas te creëren. De UGA stelde niet lang daarna voor het eerst hun graffitikunst tentoon in het City College van New York, de onderwijsinstelling waar Hugo Martinez studeerde.Â
Een jaar later, in 1973, organiseerde de Razor Gallery een groepsshow van de United Graffiti Artists, de allereerste tentoonstelling van graffitikunst in een galerie. Kunstrecensenten van de New York Times, New York Post en de Daily News bezochten de tentoonstelling, net als een verslaggever van Newsweek. Volgens één recensent [is] ‘graffiti dynamische popart’, terwijl Peter Schejldahl - een bekende criticus in New Yorkse kunstkringen - opmerkte dat ‘geen enkel canvas zou misstaan in een collectie hedendaagse kunst’. Niet slecht voor een eerste stap in de wereld van de ‘highbrow’ kunst.Â
De UGA bleef vervolgens tot halverwege de jaren ‘70 groepstentoonstellingen organiseren, tot de kunstenaars ieder hun eigen weg gingen. Het feit dat het tot de late jaren ‘70 duurde voordat graffitikunst opnieuw te zien was in de ‘hogere’ New Yorkse kunstwereld, geeft aan dat ze hun tijd ver vooruit waren.
Hoewel verschillende mensen van mening zijn dat graffiti zijn onschuld verloor toen het de geïnstitutionaliseerde kunstwereld betrad, valt het niet te ontkennen dat de UGA de absolute pioniers van graffiti (als) kunst zijn. De betrokken kunstenaars hebben niet alleen een bijzonder plekje in de geschiedenis van de graffiti verdiend, maar ook in de kunstgeschiedenis in het algemeen. We moeten ze dan ook blijven roemen voor hun revolutionaire inspanningen.
Wil jij deze vroege stijlen uit het verleden met eigen ogen aanschouwen? STRAAT is er trots op een doek van 2.5m x 3.5m van Mike 171 en SJK 171 te kunnen presenteren in onze huidige tentoonstelling Citaat van de straat. Dit doek kan je ook bekijken via onze Collectie database.
SJK 171 aan het werk voor STRAAT
---
Tekst: Alex Pope
Foto UGA en flyerontwerp: Migdoll
Foto SJK in STRAAT: Tim Stet